Einde inhoudsopgave
Besluit OM-afdoening
Artikel 3.4 [Intrekking bevoegdheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2010
- Bronpublicatie:
04-07-2007, Stb. 2007, 255 (uitgifte: 17-07-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-2010, Stb. 2010, 141 (uitgifte: 31-03-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
1.
De hoofdofficier van justitie kan de strafbeschikkingsbevoegdheid van een bevoegde ambtenaar tot nader bericht intrekken indien de taakvervulling van deze ambtenaar zulks naar zijn oordeel vordert. Alvorens een beschikking als bedoeld in de eerste zin te geven, hoort de hoofdofficier van justitie de betrokken korpschef.
2.
De korpschef draagt zorg voor de uitvoering van de beschikking.
3.
De hoofdofficier van justitie geeft zijn nader bericht slechts na hernieuwd overleg.
4.
Van de beschikking, bedoeld in het eerste lid, die betrekking heeft op een buitengewoon opsporingsambtenaar, wordt een afschrift gezonden aan de direct toezichthouder van de ambtenaar. Indien de hoofdofficier van justitie niet de toezichthouder van de ambtenaar is, wordt tevens een afschrift gezonden aan de toezichthouder.