Einde inhoudsopgave
Besluit heffing van omzetbelasting ter zake van vouchers, waardebonnen en zegels
3.3.2 Gevolgen dienst
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
14-12-2018, Stcrt. 2018, 68657 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: BLKB 2018-217731)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2018, Stcrt. 2018, 68657 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: BLKB 2018-217731)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Omzetbelasting / Vergoeding
Artikel 4, tweede lid, onderdeel b, van de wet merkt ook als belastbare dienst aan het om niet verrichten van diensten door een ondernemer voor eigen privédoeleinden, voor privédoeleinden van zijn personeel of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden. Het verstrekken van een voucher om niet die recht geeft op een dienst moet worden gezien als zijnde verstrekt voor bedrijfsdoeleinden en valt om die reden buiten de reikwijdte van artikel 4, tweede lid, van de wet. Dit betekent dat bij een voucher die betrekking heeft op een dienst, geen fictieve dienst plaatsvindt als deze om niet voor bedrijfsdoeleinden wordt overgedragen. De overdracht van een dergelijke voucher is een niet-belastbare handeling. Deze niet-belastbare handeling vormt voor de btw een zelfstandige handeling. Dit betekent dat het recht op aftrek van voorbelasting per gratis verstrekte voucher moet worden beoordeeld. De ondernemer heeft geen recht op aftrek van voorbelasting met betrekking tot de dienst waarop de voucher betrekking heeft, als de kosten rechtstreeks en onmiddellijk toerekenbaar zijn aan de niet-belastbare handeling. Als de kosten betrekking hebben op de gehele economische activiteit van de ondernemer en niet rechtstreeks en onmiddellijk toerekenbaar zijn aan de niet-belastbare handeling, dan leidt dit tot pro rata aftrek.