NJ 1913, p. 1268
HR, 14-11-1913
HR 14-11-1913, ECLI:NL:HR:1913:172
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 november 1913
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. S. Laman Trip. Raadsheeren: Mrs. S. Gratama, A. J. L. Nypels, C. Krabbe en B. C. J. Loder.
- Zaaknummer
[14111913./NJ_1913,_p._1268]
- Conclusie
Mr. T. J. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS146921:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1913:172, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑11‑1913
- Wetingang
(BW art. 1639o.)
Samenvatting
Onder dringende redenen in art. 1639o B. W. zijn te verstaan de zoodanige, die tot onverwijlde beëindiging der dienstbetrekking nopen. Hierin is geen verandering gebracht door de verwijzing in art. 1639 w 2 e lid B. W. naar de „dringende" redenen van art. 1639 o. De Rechtbank heeft in strijd met art.1639 o als bevrijdend aangenomen het beroep van den werkgever-gedaagde in een geding volgens art. 1639 r op de beëindiging der dienstbetrekking door het aan den arbeider om een dringende reden tegen zes weken na de aanzegging gegeven ontslag. (Vonnis der Rechtbank vernietigd; dat van den Kantonrechter bevestigd) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.