Einde inhoudsopgave
Besluit orde van dienst gerechten
Artikel 16 [Uitspreken van rechterlijke beslissingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2023
- Bronpublicatie:
15-09-2023, Stb. 2023, 311 (uitgifte: 27-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-09-2023, Stb. 2023, 311 (uitgifte: 27-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Een vonnis, arrest of beschikking in burgerlijke zaken wordt uitgesproken door:
- a.
de voorzitter of een lid van de meervoudige kamer die dit vonnis of arrest heeft gewezen of de beschikking heeft gegeven;
- b.
het lid van de enkelvoudige kamer dat dit vonnis of arrest heeft gewezen of de beschikking heeft gegeven; of
- c.
een andere daartoe aangewezen rechter onderscheidenlijk raadsheer.
2.
Een vonnis, arrest of beschikking in strafzaken wordt zo mogelijk uitgesproken door de voorzitter of één der rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast die over de zaak hebben geoordeeld.
3.
Een uitspraak in bestuursrechtelijke zaken en in belastingzaken wordt zo mogelijk door de voorzitter of één der rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast die over de zaak hebben geoordeeld ter zitting meegedeeld.
4.
Wanneer een rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast of griffier buiten staat is een uitspraak of een proces-verbaal te ondertekenen wordt daarvan in het betreffende stuk melding gemaakt.