Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 806/2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010
Artikel 56 Benoeming en taken
Geldend
Geldend vanaf 19-08-2014
- Bronpublicatie:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Inwerkingtreding
19-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2014, PbEU 2014, L 225 (uitgifte: 30-07-2014, regelingnummer: 806/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De afwikkelingsraad wordt voorgezeten door een voltijdse voorzitter.
2.
De voorzitter is verantwoordelijk voor:
- a)
het voorbereiden van de werkzaamheden van de afwikkelingsraad, in zijn plenaire vergadering en bestuursvergaderingen, en het bijeenroepen en voorzitten van zijn bijeenkomsten;
- b)
alle personeelszaken;
- c)
het dagelijkse beheer;
- d)
het opstellen van een ontwerpbegroting van de afwikkelingsraad overeenkomstig artikel 61, lid 1, en het uitvoeren van de begroting van de afwikkelingsraad overeenkomstig artikel 63;
- e)
het bestuur van de afwikkelingsraad;
- f)
het uitvoeren van het jaarlijkse werkprogramma van de afwikkelingsraad;
- g)
het jaarlijks opstellen van een ontwerp van het in artikel 45 bedoelde jaarlijkse verslag met een deel over de afwikkelingsactiviteiten van de afwikkelingsraad en een deel over financiële en administratieve aangelegenheden.
Bij de uitvoering van zijn in dit artikel bedoelde taken wordt de voorzitter bijgestaan door specifiek personeel.
3.
De voorzitter wordt bijgestaan door een vicevoorzitter.
De vicevoorzitter vervult de functies van de voorzitter overeenkomstig deze verordening wanneer de voorzitter afwezig of verhinderd is.
4.
De voorzitter, de vicevoorzitter en de in artikel 43, lid 1, punt b), bedoelde leden worden benoemd op basis van verdienste, vaardigheden, kennis van bancaire en financiële aangelegenheden en ervaring die relevant is op het gebied van financieel toezicht en financiële regelgeving alsook bankafwikkeling. De voorzitter, de vicevoorzitter en de in artikel 43, lid 1, punt b), bedoelde leden worden gekozen op basis van een open selectieprocedure, waarbij de beginselen van genderevenwicht, ervaring en beroepsbekwaamheid in acht worden genomen. Het Europees Parlement en de Raad worden in elke fase van die procedure tijdig en naar behoren op de hoogte gehouden.
5.
De ambtstermijn van de voorzitter, de vicevoorzitter en de in artikel 43, lid 1, punt b), bedoelde leden bedraagt vijf jaar. Behoudens lid 7 van dit artikel is die ambtstermijn niet hernieuwbaar.
De voorzitter, de vicevoorzitter en de in artikel 43, lid 1, punt b), bedoelde leden vervullen geen ambten op nationaal, Unie- of internationaal niveau.
6.
Na de afwikkelingsraad in zijn plenaire vergadering te hebben gehoord, stelt de Commissie het Europees Parlement een shortlist van kandidaten voor de functies van voorzitter, vicevoorzitter en in artikel 43, lid 1, punt b), bedoelde leden voor en stelt zij de Raad in kennis van de shortlist.
Bij de benoeming van de eerste leden van de afwikkelingsraad na de inwerkingtreding van deze verordening stelt de Commissie de shortlist van kandidaten, in afwijking van de eerste alinea, voor zonder de afwikkelingsraad te horen.
De Commissie legt het Europees Parlement ter goedkeuring een voordracht voor de benoeming van de voorzitter, de vicevoorzitter en de in artikel 43, lid 1, punt b), bedoelde leden voor. Na de goedkeuring van dat voorstel stelt de Raad een uitvoeringsbesluit vast tot benoeming van de voorzitter, de vicevoorzitter en de in artikel 43, lid 1, punt b), bedoelde leden. De Raad besluit daarbij met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
7.
In afwijking van lid 5 bedraagt de ambtstermijn van de eerste voorzitter die na de inwerkingtreding van deze verordening wordt benoemd, drie jaar. Die termijn kan éénmaal worden verlengd met vijf jaar. De voorzitter, de vicevoorzitter en de in artikel 43, lid 1, punt b), bedoelde leden blijven in functie totdat hun opvolgers zijn benoemd.
8.
Een voorzitter wiens ambtstermijn is verlengd, kan aan het eind van de volledige termijn niet deelnemen aan een andere selectieprocedure voor dezelfde functie.
9.
Indien de voorzitter, de vicevoorzitter of een in artikel 43, lid 1, punt b), bedoeld lid niet langer voldoet aan de voor de uitvoering van zijn taken vereiste voorwaarden of schuldig is bevonden aan ernstig wangedrag, kan de Raad, op basis van een voorstel van de Commissie dat door het Europees Parlement is goedgekeurd, een uitvoeringsbesluit vaststellen waarbij de voorzitter uit zijn ambt wordt ontzet. De Raad besluit daarbij met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
Te dien einde kan het Europees Parlement of de Raad de Commissie ervan in kennis stellen dat het/hij de voorwaarden voor ontzetting van de voorzitter, de vicevoorzitter of een in artikel 43, lid 1, punt b), bedoeld lid uit zijn ambt vervuld acht, waarop de Commissie dient te reageren.