Einde inhoudsopgave
Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Artikel 15bb
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2019, 512 (uitgifte: 27-12-2019, kamerstukken: 35303)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 512 (uitgifte: 27-12-2019, kamerstukken: 35303)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
1.
De inspecteur stelt het bedrag van het voort te wentelen saldo aan renten, bedoeld in artikel 15b, vijfde lid, vast bij voor bezwaar vatbare beschikking, gelijktijdig met de aanslag over het jaar waarin dat saldo is ontstaan. Het bedrag, bedoeld in de eerste zin, wordt op het aanslagbiljet afzonderlijk vermeld.
2
Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden dat het bedrag, bedoeld in het eerste lid, te hoog is vastgesteld, kan de inspecteur de beschikking, bedoeld in dat lid, herzien bij voor bezwaar vatbare beschikking. Een feit dat de inspecteur bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn, kan geen grond voor herziening opleveren, behoudens in de gevallen waarin de belastingplichtige ter zake van dit feit te kwader trouw is. Artikel 16, tweede lid, aanhef en onderdeel c, derde lid en vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing.