Inhoudsopgave
NJB 2012/648:De betekenis van de schriftelijke wilsverklaring
NJB 2012/648
De betekenis van de schriftelijke wilsverklaring
Documentgegevens:
Datum 16-03-2012
- Datum
16-03-2012
- Bronauteur
Govert den HartoghProf. dr. G.A. den Hartogh is emeritus hoogleraar ethiek aan de Universiteit van Amsterdam en was lid van een regionale toetsingscommissie euthanasie van 1998 tot 2010. De auteur dankt Klaas Rozemond voor zijn nadere toelichtingen op zijn standpunt, literatuurverwijzingen etc.
- JCDI
JCDI:ADS1874:2
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Gezondheidsrecht / Medische ethiek
- Wetingang
artikel 2.2 Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding artikel 293 Wetboek van Strafrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Onlangs betoogde Klaas Rozemond in dit blad dat euthanasie bij dementerenden in een vroeg stadium wel te rechtvaardigen kan zijn op grond van het zelfbeschikkingsrecht van deze personen maar niet in een later stadium wanneer het actuele verlangen bij een demente patiënt niet meer aanwezig is of niet meer kan worden vastgesteld. Rozemond heeft gelijk in zijn stelling dat de aanwezigheid van een schriftelijke verklaring niet automatisch betekent dat we met levensbeëindiging op verzoek te maken hebben, zelfs niet als dat verzoek niet uitdrukkelijk is ingetrokken zolang de patiënt wilsbekwaam was. Maar zijn verdergaande stelling dat het doden van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.