Einde inhoudsopgave
Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
Artikel 18 [Uitspreken van minister omtrent voorstel]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Bronpublicatie:
09-08-1985, Stb. 1985, 453 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 18826 Overheid.nl: 18826)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-08-1985, Stb. 1985, 453 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 18826Overheid.nl: 18826)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De Gevolmachtigde Minister van het land, waarin de regeling zal gelden, wordt vóór de eindstemming over een voorstel van rijkswet in de kamers der Staten-Generaal in de gelegenheid gesteld zich omtrent dit voorstel uit te spreken. Indien de Gevolmachtigde Minister zich tegen het voorstel verklaart, kan hij tevens de kamer verzoeken de stemming tot de volgende vergadering aan te houden. Indien de Tweede Kamer nadat de Gevolmachtigde Minister zich tegen het voorstel heeft verklaard dit aanneemt met een geringere meerderheid dan drie vijfden van het aantal der uitgebrachte stemmen, wordt de behandeling geschorst en vindt nader overleg omtrent het voorstel plaats in de raad van ministers.
2.
Wanneer in de vergadering van de kamers bijzondere gedelegeerden aanwezig zijn, komt de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid aan de door het vertegenwoordigende lichaam daartoe aangewezen gedelegeerde.