NJB 2017/490
Afwezigheid van alle schuld (AVAS) omtrent het zijn van ambtenaar in de zin van art. 362 lid 1 Sr: het bestanddeel ‘ambtenaar’ is geobjectiveerd zodat opzet of schuld ten aanzien van dat bestanddeel niet behoeft te worden bewezen. Daarmee is echter niet de mogelijkheid uitgesloten van een succesvol beroep op de strafuitsluitingsgrond AVAS, bijvoorbeeld in de vorm van verontschuldigbare onbewustheid van het zijn van ambtenaar
HR 14-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:231
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 februari 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/03241
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Ambtenarenrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:231, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:62, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑07‑2015
- Wetingang
(art. 362 Sr)
Essentie
Afwezigheid van alle schuld (AVAS) omtrent het zijn van ambtenaar in de zin van art. 362 lid 1 Sr: het bestanddeel ‘ambtenaar’ is geobjectiveerd zodat opzet of schuld ten aanzien van dat bestanddeel niet behoeft te worden bewezen. Daarmee is echter niet de mogelijkheid uitgesloten van een succesvol beroep op de strafuitsluitingsgrond AVAS, bijvoorbeeld in de vorm van verontschuldigbare onbewustheid van het zijn van ambtenaar
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – te Nijmegen als ambtenaar (directeur van NV [A], van welke NV de gemeente Nijmegen enig aandeelhouder is) een gift, te weten een geldbedrag van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.