Einde inhoudsopgave
Wet op de rechtsbijstand
Artikel 34a [Verzamelinkomen Hogere eigen bijdrage Vermogen]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
17-12-2009, Stb. 2010, 2 (uitgifte: 12-01-2010, kamerstukken: 31835)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2010, Stb. 2010, 234 (uitgifte: 24-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
Het inkomen van de rechtzoekende is het inkomensgegeven in het peiljaar. Voor zover van de rechtzoekende geen inkomensgegeven beschikbaar is, wordt onder inkomen verstaan het bedrag dat in het peiljaar het inkomen zo goed mogelijk benadert, dan wel het door het bestuur op grond van door de rechtzoekende overgelegde gegevens vastgestelde bedrag aan inkomen. Indien een inkomensgegeven over het peiljaar beschikbaar is dat afwijkt van het eerder toegepaste inkomensgegeven of het bedrag, bedoeld in de tweede volzin, en dat gevolg heeft voor het al dan niet verlenen van een toevoeging of de hoogte van de door de rechtzoekende verschuldigde eigen bijdrage, neemt het bestuur ambtshalve een besluit dat in de plaats komt van het eerder genomen besluit. Artikel 34d, eerste lid, derde volzin, is van toepassing.
2.
Indien op grond van het ambtshalve besluit van het bestuur, bedoeld in het eerste lid, de rechtzoekende een hogere eigen bijdrage verschuldigd is, is hij hetgeen meer moet worden betaald verschuldigd aan het bestuur. Is de rechtzoekende een lagere eigen bijdrage of geen eigen bijdrage verschuldigd, dan kan hij het teveel betaalde vorderen van het bestuur. Over de te betalen of te vorderen bedragen worden geen renten en kosten vergoed. Artikel 34f is van overeenkomstige toepassing.
3.
Het vermogen is het vermogen in het peiljaar. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gegeven voor de vaststelling van het voor de financiële draagkracht in aanmerking te nemen inkomen en vermogen.