Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 2:69d [Voorwaarden voor vergunningverlening]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
11-05-2022, Stb. 2022, 197 (uitgifte: 27-05-2022, kamerstukken: 35950)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2022, Stb. 2022, 280 (uitgifte: 06-07-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:69b, eerste lid, aanhef en onderdeel a, indien de aanvrager aantoont dat met betrekking tot de beheerder van de icbe zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
- a.
artikel 4:9, eerste lid, met betrekking tot de geschiktheid van de in dat artikel bedoelde personen;
- b.
artikel 4:10 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen;
- c.
artikel 4:11, eerste en derde lid, met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
- d.
artikel 4:13 met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
- e.
artikel 4:14, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
- f.
artikel 4:39 met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijks beleid bepaalt en artikel 4:40 met betrekking tot de plaats van waaruit zij hun werkzaamheden verrichten;
- g.
artikel 4:42 met betrekking tot de rechtsvorm van de beheerder van de icbe;
- h.
artikel 4:62m, tweede lid met betrekking tot de tussen de beheerder en de bewaarders te sluiten overeenkomsten;
- i.
artikel 4:44, eerste lid, met betrekking tot het houden van de juridische eigendom van de activa van een fonds voor collectieve belegging in effecten door een entiteit die uitsluitend ten behoeve van het desbetreffende fonds houdt;
- j.
artikel 4:48 met betrekking tot het in dat artikel bedoelde registratiedocument;
- k.
artikel 4:62m, eerste lid met betrekking tot het bewaren van de activa door bewaarders;
- l.
artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;
- m.
artikel 4:62o, vierde lid, met betrekking tot de zetel van de bewaarders;
- n.
artikel 4:59, met betrekking tot de zetel van de beheerder;
- o.
artikel 2:69c met betrekking tot de activiteiten van de beheerder;
- p.
artikel 3:53, eerste en derde lid, met betrekking tot het minimum eigen vermogen;
- q.
artikel 3:57, eerste en tweede lid, met betrekking tot de solvabiliteit; en
- r.
artikel 3:63, eerste en tweede lid, met betrekking tot de liquiditeit.
2.
De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:69b, eerste lid, aanhef en onderdeel b, indien de aanvrager aantoont dat met betrekking tot de maatschappij voor collectieve belegging in effecten zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
- a.
artikel 4:9, eerste lid, met betrekking tot de geschiktheid van de in dat artikel bedoelde personen;
- b.
artikel 4:10 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen;
- c.
artikel 4:11, eerste en derde lid, met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
- d.
artikel 4:13 met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
- e.
artikel 4:14, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
- f.
artikel 4:39 met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijks beleid bepaalt en artikel 4:40 met betrekking tot de plaats van waaruit zij hun werkzaamheden verrichten;
- g.
artikel 4:42 met betrekking tot de rechtsvorm van de beheerder van de icbe;
- h.
artikel 4:62m, tweede lid met betrekking tot de tussen de maatschappij voor collectieve belegging in effecten en de bewaarder te sluiten overeenkomst;
- i.
artikel 4:48 met betrekking tot het in dat artikel bedoelde registratiedocument;
- j.
artikel 4:62m, eerste lid, met betrekking tot het bewaren van de activa door een bewaarder;
- k.
artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;
- l.
artikel 4:62o, vierde lid met betrekking tot de zetel van de bewaarder;
- m.
artikel 4:60, eerste lid, met betrekking tot het statutaire doel van de maatschappij voor collectieve belegging in effecten;
- n.
artikel 4:60, tweede lid, met betrekking tot het zonder beperkingen in Nederland aanbieden van de rechten van deelneming en de inkoop of terugbetaling daarvan op verzoek van een deelnemer;
- o.
artikel 4:60, derde lid, met betrekking tot de werkzaamheden van de maatschappij voor collectieve belegging in effecten;
- p.
artikel 3:53, eerste en derde lid, met betrekking tot het minimum eigen vermogen; en
- q.
artikel 3:63, eerste en tweede lid, met betrekking tot de liquiditeit.
3.
De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:69b, tweede lid, indien de aanvrager aantoont dat met betrekking tot de maatschappij voor collectieve belegging in effecten zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
- a.
artikel 4:13 met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
- b.
artikel 4:40 met betrekking tot de plaats van waaruit de personen die het dagelijks beleid van de beleggingsmaatschappij bepalen hun werkzaamheden verrichten;
- c.
artikel 4:42 met betrekking tot de rechtsvorm van de beheerder van de icbe;
- d.
artikel 4:62m, eerste lid met betrekking tot het bewaren van de activa door de bewaarder;
- e.
artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;
- f.
artikel 4:62o, vierde lid met betrekking tot de zetel van de bewaarder;
- g.
artikel 4:60, eerste lid, met betrekking tot het statutaire doel van de maatschappij voor collectieve belegging in effecten;
- h.
artikel 4:60, tweede lid, met betrekking tot het zonder beperkingen in Nederland aanbieden van de rechten van deelneming en de inkoop of terugbetaling daarvan op verzoek van een deelnemer; en
- i.
artikel 4:60, derde lid, met betrekking tot de werkzaamheden van de maatschappij voor collectieve belegging in effecten.
4.
De aanvraag van de vergunning, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
5.
Ingeval een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 wordt gehouden in de beheerder van een icbe verleent de Autoriteit Financiële Markten, onverminderd het eerste, tweede en derde lid, een vergunning indien de houder van de gekwalificeerde deelneming in de beheerder voldoet aan artikel 3:95, tweede lid, en de Nederlandsche Bank van oordeel is dat voldaan is aan het bepaalde ingevolge de artikelen 3:99 tot en met 3:101 met betrekking tot de verklaring van geen bezwaar.