Hof Den Haag, 19-08-2014, nr. 200.122.838
ECLI:NL:GHDHA:2014:2823
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
19-08-2014
- Zaaknummer
200.122.838
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHDHA:2014:2823, Uitspraak, Hof Den Haag, 19‑08‑2014; (Hoger beroep)
- Vindplaatsen
PFR-Updates.nl 2014-0238
ERF-Updates.nl 2014-0133
Uitspraak 19‑08‑2014
Inhoudsindicatie
Indien executeur is benoemd zijn erfgenamen niet bevoegd te procederen. Dat komt toe aan de executeur.
Partij(en)
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.122.838/01
Zaak-rolnummer Rechtbank : 403171 / HA ZA 11-2413
arrest van 19 augustus 2014
inzake
[appellant 1],
wonende te[woonplaats] [land]
en
[appellant 2],
wonende te [woonplaats],
en
[appellant 3],
wonende [woonplaats],
en
[appellant 4],
wonende te [woonplaats],
en
[appellant 5],
wonende te [woonplaats] [land],
appellanten, tevens incidenteel geïntimeerden,
advocaat: mr. J.P. Verhaar-Kok te Alphen aan den Rijn,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde, tevens incidenteel appellant,
advocaat: mr. C.W. Simonis te Naaldwijk.
1. Het geding
Bij exploot van 27 november 2012 zijn appellanten in hoger beroep gekomen van het vonnis van 29 augustus 2012 van de rechtbank Den Haag tussen de partijen gewezen.
Voor de loop van het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar hetgeen de rechtbank daaromtrent in het bestreden vonnis heeft vermeld.
Bij memorie van grieven hebben appellanten één grief geformuleerd.
Bij memorie van antwoord heeft geïntimeerde de grief bestreden. Voorts heeft geïntimeerde in incidenteel appel zes grieven geformuleerd.
Op 25 april 2014 is de zaak namens appellanten bepleit door hun advocaat en namens geïntimeerde door zijn advocaat.
Na het pleidooi hebben partijen om arrest gevraagd.
2. Beoordeling van het hoger beroep
Algemeen
1. Voor zover tegen de feiten geen grief is gericht gaat het hof uit van de feiten zoals deze in het bestreden vonnis zijn vastgesteld.
2. Door appellanten wordt gevorderd: dat het uw hof moge behagen op de gronden genoemd in de memorie van grieven bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, te vernietigen het vonnis door de rechtbank op 29 augustus 2012 gewezen, zulks voor zover daarbij geïntimeerde is veroordeeld tot betaling aan appellanten van een bedrag van € 610,64 en opnieuw rechtdoende, bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, geïntimeerde te veroordelen tot een betaling aan appellanten van een bedrag van € 12.286,60 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 november 2011 tot aan de dag der algehele voldoening en met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties.
3. Door geïntimeerde wordt gevorderd: dat het uw hof moge behagen bij arrest, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I voor recht te verklaren dat de legitieme portie van [geïntimeerde] € 582.012,47 bedraagt,
II appellanten hoofdelijk, des dat de een betalende, de anderen zullen zijn bevrijd, te veroordelen tot betalen van het restant van de legitieme portie van [geïntimeerde] zijnde een bedrag van € 87.320,47, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente hierover te rekenen vanaf 31 december 2009, subsidiair te rekenen vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
III appellanten hoofdelijk, des dat de een betalende, de anderen zullen zijn bevrijd, te veroordelen tot betalen van de kosten van dit geding,
althans een bedrag als het hof juist acht, te voldoen, alles te vermeerderen met de wettelijke rente met veroordeling van appellanten in de proceskosten in beide instanties en in de nakosten (ad € 131,- en in geval van betekening € 199,-), een en ander te vermeerderen met de wettelijke renten daarover vanaf veertien dagen na betekening van het te dezen te wijzen arrest tot aan de dag der algehele voldoening.
De positie van de executeur
4. Erflater heeft in zijn testament bepaald: “Ik benoem tot executeur over mijn nalatenschap mijn accountant te weten: [naam en adres accountant]
5. In zijn testament heeft de erflater bepaald dat (onder meer) de navolgende bepalingen van toepassing zijn op de executele:
- -
De executeur heeft tot taak de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen, die tijdens zijn beheer uit die goederen behoren te worden voldaan. De executeur is derhalve, voor zover van toepassing, onder meer bevoegd legaten af te geven, aan verblijvingsbedingen en overnemingsbedingen uitvoering te geven en schulden ter zake van legitieme porties uit te keren.
- -
Gedurende zijn beheer vertegenwoordigt hij bij de vervulling van zijn taak de erfgenamen.
- -
De erfgenamen kunnen niet zonder medewerking van de executeur of machtiging van de kantonrechter, over die goederen of hun aandeel daarin beschikken, voordat zijn bevoegdheid tot beheer is geëindigd.
- -
De executeur is bevoegd de door zijn beheerde goederen te gelde te maken, voor zover dit nodig is voor de tot zijn taak behorende voldoening van schulden der nalatenschap. De executeur treedt omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking niet in overleg met de erfgenamen.
- -
Erflater breidt de bevoegdheden van de executeur ook uit buiten afdeling 6 en benoem mijn genoemde accountant[naam accountant] tevens tot executeur-afwikkelingsbewindvoerder.
- -
Erflater kent de executeur de bevoegdheid toe een of meer andere executeurs aan zich toe te voegen of in zijn plaats te stellen; indien een benoemde executeur komt te ontbreken, is de kantonrechter op verzoek van een belanghebbende bevoegd een executeur te benoemen.
6. In punt 3 van de inleidende dagvaarding in eerste aanleg is gesteld: “In het testament is tot executeur benoemd (vide productie 1):[naam en adres accountant], welk kantoor per 30 juli 2007 is ontbonden als rechtspersoon en is ingebracht in [naam en adres accountant 2] Thans treedt[naam accountant 2] op als executeur, meer in het bijzondere de heer[X], werkzaam bij dat kantoor.”
7. Bij conclusie van antwoord in eerste aanleg gaan appellanten in punt 7 in op de bevoegdheden van de executeur. In het petitum onder II staat: “in reconventie: gedaagde te veroordelen om aan [naam accountant 2] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 67.317,- dan wel een zodanig bedrag als uw Rechtbank in goede justitie bepaalt, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 juni 2010 dan wel vanaf de dag der dagvaarding met veroordeling van gedaagde in de kosten van het onderhavig geding.”.
8. Het hof overweegt als volgt. Uit hetgeen het hof hiervoor heeft overwogen volgt dat beide partijen zich bewust zijn geweest dan wel bewust hadden kunnen zijn van de taken en bevoegdheden van de executeur. Appellanten vorderen zelfs dat geïntimeerde aan de executeur moet betalen.
9. Op grond van artikel 4:145 lid 2 BW vertegenwoordigt de executeur gedurende zijn beheer de erfgenamen in en buiten rechte. Bijzonder aan deze vertegenwoordigingsbevoegdheid van de executeur is, dat deze vertegenwoordigingsbevoegdheid privatief is, en dat de erfgenamen gedurende zijn beheer in beginsel beschikkingsonbevoegd zijn. Uit de parlementaire geschiedenis volgt zelfs dat de onbevoegdheid van de erfgenamen om zonder medewerking van de met het beheer belaste executeur te beschikken meteen bij het openvallen van de nalatenschap intreedt, dus zelfs nog voordat de executeur zijn benoeming heeft aanvaard.
10. Daden van beheer ter zake van de nalatenschap zijn de erfgenamen niet toegestaan. Indien er een bevoegde executeur is – zoals in dit geval – is een erfgenaam niet bevoegd zelfstandig in rechte op te treden noch als eiser noch gedaagde. Geïntimeerde wist als legitimaris dat er een executeur was benoemd. Uit de executele volgt expliciet dat het tot de taak van de executeur behoort om legaten af te geven, uitvoering te geven aan verblijvings- en overnemingsbedingen en schulden ter zake van legitieme porties uit te keren. Ter zake van zijn aanspraak op zijn legitieme portie had geïntimeerde zijn legitimaire vordering dienen te richten tot de executeur aangezien deze een privatieve vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft en derhalve met uitsluiting van de erfgenamen ter zake bevoegd is. Met betrekking tot de vordering van appellanten geldt dat die vordering in rechte ingesteld had dienen te worden door de executeur; zij zijn daartoe zelf onbevoegd.
11. Gezien het hof hiervoor heeft overwogen behoeven de grieven geen verdere bespreking.
Vernietiging
12. Gezien het hof hiervoor heeft overwogen dient het bestreden vonnis te worden vernietigd.
Proceskosten
13. Nu beide partijen over en weer in het ongelijk worden gesteld, zal het hof de proceskosten compenseren en wel in die zin dat ieder der partijen zijn eigen lasten draagt.
3. Beslissing
Het hof:
vernietigt het bestreden vonnis van 29 augustus 2012 van de rechtbank Den Haag tussen de partijen gewezen en, in zoverre opnieuw rechtdoende:
wijst de vorderingen van appellanten en geïntimeerde alsnog af;
compenseert de proceskosten en wel in die zin dat ieder der partijen zijn eigen proceskosten draagt.
Dit arrest is gewezen door mrs. Labohm, Stollenwerck en Van der Zanden en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 augustus 2014 in aanwezigheid van de griffier.