WR 2018/50
Woonruimte: sociale huurstelsel niet in strijd met Europese regelgeving; omstandigheden geval; geen garantie ‘decent profit’ of ‘minimal profit’ verhuurder; ‘fair balance’ doel en belangen particuliere eigenaren/verhuurders; rechtspraak EHRM (vervolg op WR 2016/145)
HR 26-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:109
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 januari 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/05209
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Huurrecht / Huurprijzen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:109, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2017
- Wetingang
(art. 1 Protocol 1 EVRM)
Essentie
Woonruimte: sociale huurstelsel niet in strijd met Europese regelgeving; omstandigheden geval; geen garantie ‘decent profit’ of ‘minimal profit’ verhuurder; ‘fair balance’ doel en belangen particuliere eigenaren/verhuurders; rechtspraak EHRM (vervolg op WR 2016/145)
Samenvatting
In deze procedure staat de vraag centraal of de Nederlandse wet- en regelgeving ten aanzien van de verhuur van woningen in de sociale sector (huurprijsbeheersing, huurbescherming, Huisvestingswet, fictieve rendementsheffing, Wet verhuurderheffing en lokale heffingen en belastingen) in strijd is met art. 1 Protocol 1 EVRM, althans dat diverse onderdelen van die regelgeving dat zijn, althans voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.