NJB 2014/1448
Vermelding van het kantooradres van de raadsman van verdachte als de opgave van een adres in de zin van art. 588a lid 1 aanhef en onder c Sv: in casu kon die vermelding in een brief niet als zodanige opgaaf gelden mede omdat die brief in strijd met art. 450 lid 3 Sv niets inhoudt omtrent de instemming van de verdachte met het door de griffiemedewerker aanstonds in ontvangst nemen van de oproeping noch omtrent een adres van de verdachte voor de ontvangst van een afschrift van de dagvaarding. A-G: anders
HR 01-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1589
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juli 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/01954
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1589, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:651, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2014
- Wetingang
Essentie
Vermelding van het kantooradres van de raadsman van verdachte als de opgave van een adres in de zin van art. 588a lid 1 aanhef en onder c Sv: in casu kon die vermelding in een brief niet als zodanige opgaaf gelden mede omdat die brief in strijd met art. 450 lid 3 Sv niets inhoudt omtrent de instemming van de verdachte met het door de griffiemedewerker aanstonds in ontvangst nemen van de oproeping noch omtrent een adres van de verdachte voor de ontvangst van een afschrift van de dagvaarding. A-G: anders
Uitspraak
Inleiding:
Het middel klaagt over de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.