NJB 2014/1448:Vermelding van het kantooradres van de raadsman van verdachte als de opgave van een adres in de zin van art. 588a lid 1 aanhef en onder c Sv: in casu kon die vermelding in een brief niet als zodanige opgaaf gelden mede omdat die brief in strijd met art. 450 lid 3 Sv niets inhoudt omtrent de instemming van de verdachte met het door de griffiemedewerker aanstonds in ontvangst nemen van de oproeping noch omtrent een adres van de verdachte voor de ontvangst van een afschrift van de dagvaarding. A-G: anders