Einde inhoudsopgave
Besluit burgerlijke stand 1994
Artikel 41 [Latere vermeldingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1995
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Wet van 14-10-1993, Stb. 555.
- Bronpublicatie:
25-02-1994, Stb. 1994, 160 (uitgifte: 15-03-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-1994, Stb. 1994, 777 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Algemeen
1.
Wordt de latere vermelding op een los blad opgemaakt, dan worden in het hoofd ervan vermeld de letters ‘ref.’ gevolgd door het nummer van de akte waaraan de latere vermelding wordt toegevoegd, alsmede het jaar waarin die akte is opgemaakt.
2.
Wordt een latere vermelding ontleend aan een akte, dan worden daarin tevens vermeld de aktesoort, het nummer van deze akte, de instantie die haar heeft opgemaakt alsmede de plaats en de datum waar zulks is geschied. Betreft het een buitenlandse akte, dan wordt voorts vermeld het land waar deze is opgemaakt.
3.
Wordt een latere vermelding ontleend aan een rechterlijke uitspraak, dan worden vermeld het rechterlijk college dat de uitspraak heeft gedaan en de datum van de uitspraak, alsmede datgene waartoe de uitspraak strekt. Betreft het een buitenlandse rechterlijke uitspraak, dan wordt tevens vermeld het land waar deze is gedaan.
4.
Aan de voet van de latere vermelding worden vermeld:
- a.
de naam en de voorletters van de ambtenaar van de burgerlijke stand die deze latere vermelding heeft opgemaakt;
- b.
de plaats en de dag waarop de latere vermelding is opgemaakt;
- c.
de handtekening van de ambtenaar van de burgerlijke stand.