Einde inhoudsopgave
Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties
Artikel 3:16 (beëindiging tenuitvoerlegging in Nederland)
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2012
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2012, 333 (uitgifte: 19-07-2012, kamerstukken: 32885)
- Inwerkingtreding
01-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-08-2012, Stb. 2012, 373 (uitgifte: 23-08-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
Het openbaar ministerie kan de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraak overdragen aan de uitvaardigende lidstaat indien:
- a.
de veroordeelde zich aan het toezicht op de naleving van de aan hem opgelegde verplichtingen onttrekt of niet langer zijn vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft;
- b.
in de uitvaardigende lidstaat een nieuwe strafvervolging tegen de veroordeelde is ingesteld en de bevoegde autoriteit van die staat om de overdracht heeft verzocht.
2.
Het recht van tenuitvoerlegging in Nederland eindigt indien:
- a.
de rechterlijke uitspraak is erkend, maar het certificaat door de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat is ingetrokken;
- b.
de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging door het openbaar ministerie is overgedragen aan de uitvaardigende lidstaat in geval van de toepassing van het eerste lid.