Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 3.16
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 846 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32190)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
De douanewaarde van de in te voeren goederen is de transactiewaarde van die goederen, zijnde de voor de goederen werkelijk betaalde of te betalen prijs indien zij worden verkocht voor uitvoer naar de BES eilanden, in voorkomend geval aangepast overeenkomstig de artikelen 3.18 en 3.19.
2.
De transactiewaarde wordt als douanewaarde aanvaard, tenzij:
- a.
beperkingen aanwezig zijn voor wat betreft de overdracht of het gebruik van de goederen door de koper, met uitzondering van beperkingen die:
- 1°
worden opgelegd of geëist door de wet of de autoriteiten op de BES eilanden;
- 2°
het geografische gebied beperken waarbinnen de goederen mogen worden doorverkocht; of
- 3°
de waarde van de goederen niet aanzienlijk beïnvloeden;
- b.
de verkoop of de prijs is beïnvloed door enige voorwaarde of prestatie waarvan de waarde met betrekking tot de goederen niet kan worden vastgesteld;
- c.
een deel van de opbrengst van elke latere wederverkoop, overdracht of gebruik van de goederen door de koper direct of indirect ten goede zal komen aan de verkoper, en een aanpassing overeenkomstig artikel 3.18 niet mogelijk is;
- d.
de koper en de verkoper zijn verbonden en de transactiewaarde niet overeenkomstig artikel 3.17 aanvaardbaar is.
3.
De werkelijk betaalde of te betalen prijs is de totale betaling die door de koper aan de verkoper of door de koper ten behoeve van de verkoper aan een derde voor de ingevoerde goederen is of moet worden verricht.
4.
De betaling kan door de overdracht van geld en door middel van kredietbrieven of verhandelbaar papier geschieden. De betaling kan direct of indirect plaatsvinden.
5.
De door de koper of voor zijn rekening verrichte activiteiten die geen activiteiten zijn waarvoor in artikel 3.18 in een aanpassing is voorzien, worden niet beschouwd als een indirecte betaling aan de verkoper en worden aangemerkt als voor eigen rekening te zijn verricht, zelfs indien deze activiteiten geacht kunnen worden de verkoper tot voordeel te strekken of met diens instemming te zijn verricht.
6.
Onder de in het vijfde lid bedoelde activiteiten wordt begrepen activiteiten die verband houden met het verhandelen van de goederen, zoals marktonderzoek, reclame voor en promotie van de verkoop van de betrokken goederen, alsmede door de koper voor eigen rekening verrichte activiteiten die verband houden met de voor de goederen verstrekte garantie.
7.
Indien goederen die ten invoer worden aangegeven, deel uit maken van een grotere in een enkele transactie aangekochte hoeveelheid van dezelfde goederen, is de werkelijk betaalde of te betalen prijs, voor de toepassing van artikel 3.16, eerste lid, een prijs die in dezelfde verhouding staat tot de totale prijs als de aangegeven hoeveelheid staat tot de totale aangekochte hoeveelheid.
8.
Een verhoudingsgewijze verdeling van de werkelijk betaalde of te betalen prijs wordt ook toegepast in geval van gedeeltelijk verlies of in geval van beschadiging vóór de invoer van de goederen waarvan de douanewaarde wordt bepaald.
9.
Indien de goederen tussen het tijdstip van de verkoop en het tijdstip van invoer in een derde land zijn gebruikt, is de toepassing van de transactiewaarde niet verplicht.
10.
De koper dient aan geen enkele voorwaarde te voldoen dan partij te zijn bij het koopcontract.