NJB 2021/16:Afwezigheid van alle schuld wegens dwaling ten aanzien van de wederrechtelijkheid van het bewezenverklaarde: voor het slagen van een beroep daarop is vereist dat aannemelijk is dat de verdachte heeft gehandeld in een verontschuldigbare onbewustheid ten aanzien van de ongeoorloofdheid van de hem verweten gedraging. Van onbewustheid kan slechts sprake zijn, indien de verdachte ten tijde van het begaan van het feit in de overtuiging verkeerde dat zijn gedraging niet ongeoorloofd was. In casu kon het hof het beroep op avas verwerpen, mede erop gelet dat het daartoe gevoerde verweer in de kern slechts in algemene zin inhoudt dat de wettelijke regeling wat betreft de invoer van Cost onvoorzienbaar en onvoldoende duidelijk is en dat het hof in aanmerking heeft genomen de omstandigheden dat de verdachte zich beroepsmatig bezighoudt met de invoer van levensmiddelen en reeds eerder door de Douane was gecontroleerd in verband met de invoer van medicijnen zodat van hem extra oplettendheid mocht worden verwacht. Daaraan doet niet af dat het granulaat met Cost, ondanks het feit dat China partij is bij het CITES-verdrag, in China vrij verkrijgbaar zou zijn. A-G: anders