NJ 1932, p. 1719
Zwarigheden bij boedelscheiding a. dat tot de nalatenschap ook behoort het onverdeeld aandeel van den erflater in de gemeenschap van goederen met tweede echtgenoote, b. subsidiair, dat tot de nalatenschap behoort een vordering tot vergoeding van kosten, schaden en interessen tegen des erflaters dochter uit dat tweede huwelijk wegens niet behoorlijk uitvoeren van den last des erflaters tot het waarnemen van zijne belangen bij de comparitie betreffende die scheiding en deeling.
HR 03-06-1932, ECLI:NL:HR:1932:310, m.nt. Prof. E. M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juni 1932
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Visser, Kosters, van den Dries, Kranenburg
- Zaaknummer
[03061932/NJ_1932,_p._1719]
- Conclusie
Mr. Besier
- Noot
Prof. E. M. Meijers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS103256:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1932:310, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑06‑1932
- Wetingang
Essentie
Zwarigheden bij boedelscheiding a. dat tot de nalatenschap ook behoort het onverdeeld aandeel van den erflater in de gemeenschap van goederen met tweede echtgenoote, b. subsidiair, dat tot de nalatenschap behoort een vordering tot vergoeding van kosten, schaden en interessen tegen des erflaters dochter uit dat tweede huwelijk wegens niet behoorlijk uitvoeren van den last des erflaters tot het waarnemen van zijne belangen bij de comparitie betreffende die scheiding en deeling.
Samenvatting
[De Rechtbank wees de primaire vordering toe, van oordeel zijnde, dat op bedoelde comparitie geen scheiding en deeling had plaats gehad. Het Hof was van oordeel, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.