NJ 2021/356
Beklagzaak: cassatieberoep niet rechtsgeldig ingesteld.
HR 02-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1591
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 november 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/01668 B
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS491072:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1591, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:573, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑09‑2021
- Wetingang
Essentie
Beklagzaak: cassatieberoep niet rechtsgeldig ingesteld.
Samenvatting
De klager is niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep omdat degene die hij bij bijzondere schriftelijke volmacht had gemachtigd tot het instellen van cassatie niet in persoon ter griffie is verschenen, aldus de conclusie van de A-G waarnaar de HR verwijst.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Overijssel van 8 januari 2020, nummer RK 19/009964, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door [klager], adv.: mr. D.P. Kant, te Almelo.