Einde inhoudsopgave
Wet elektriciteit en drinkwater BES
Artikel 2.2
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
23-03-2016, Stb. 2016, 142 (uitgifte: 22-04-2016, kamerstukken: 34089)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2016, Stb. 2016, 234 (uitgifte: 24-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Waterrecht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Energierecht / Distributie
1.
Onze Minister kan op aanvraag een vergunning voor de productie van elektriciteit of drinkwater voor een periode van ten hoogste vijftien jaar verlenen aan een rechtspersoon die:
- a.
beschikt over de benodigde organisatorische, financiële en technische kwaliteiten voor een goede uitvoering van zijn taken en
- b.
redelijkerwijs in staat kan worden geacht de verplichtingen na te komen en de taken uit te voeren, gesteld bij of krachtens dit hoofdstuk.
2.
Onze Minister kan voorschriften en beperkingen verbinden aan de vergunning, waarbij in ieder geval een voorschrift wordt verbonden omtrent de hoeveelheid elektriciteit of drinkwater die ten minste per tijdseenheid wordt geproduceerd.
3.
Onze Minister kan de vergunning wijzigen en wijzigt de vergunning indien de hoeveelheid elektriciteit of drinkwater die een producent moet produceren, wijzigt.
4.
Onze Minister kan de vergunning intrekken indien een producent de verplichtingen niet kan nakomen of de taken niet kan uitvoeren die bij of krachtens dit hoofdstuk zijn gesteld of op verzoek van een producent.
5.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de procedure voor vergunningverlening, de criteria, bedoeld in het eerste lid, de inhoud van de vergunning en de voorschriften en beperkingen, bedoeld in het tweede, derde en vierde lid.