Ondernemingsrecht 2011/111
Fiscale eenheid vennootschapsbelasting. Ontvoeging dochtervennootschap in het zicht van liquidatie.
HR 10-06-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BQ0473, m.nt. Harold Koster
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 2011
- Zaaknummer
10/02283
- Noot
Harold Koster
- LJN
BQ0473
- JCDI
JCDI:ADS910025:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ0473, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ0473, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑2011
- Wetingang
art. 15aj lid 3 Wet VPB 1969
Essentie
Fiscale eenheid vennootschapsbelasting. Ontvoeging dochtervennootschap in het zicht van liquidatie.
Uitspraak
Feiten
Belanghebbende was sinds 1 januari 1994 moedermaatschappij van een aantal in een fiscale eenheid vennootschapsbelasting gevoegde dochtervennootschappen. Deze vennootschappen exploiteerden een bouwbedrijf en een bouwmarkt. Belanghebbende richtte in november 2000 A BV op. Deze vennootschap ging zich bezighouden met de installatie van keukens en sanitair. De moedermaatschappij heeft vijf aandeelhouders, drie broers en twee neven, die ieder middels een eigen holding participeren. A BV leed vanaf het begin af aan grote verliezen. Om de tekorten aan te vullen, leenden drie van deze vijf aandeelhouders vanuit privé geld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.