Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/2394 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004
Artikel 21 Handhavingsmaatregelen bij gecoördineerde acties
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2018
- Bronpublicatie:
12-12-2017, PbEU 2017, L 345 (uitgifte: 27-12-2017, regelingnummer: 2017/2394)
- Inwerkingtreding
16-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2017, PbEU 2017, L 345 (uitgifte: 27-12-2017, regelingnummer: 2017/2394)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
De bij de gecoördineerde actie betrokken bevoegde autoriteiten nemen binnen hun bevoegdheidsgebied alle noodzakelijke handhavingsmaatregelen tegen de handelaar die verantwoordelijk is voor de wijdverbreide inbreuk of de wijdverbreide inbreuk met een Uniedimensie, teneinde die inbreuk te doen beëindigen of verbieden.
Waar passend, leggen zij sancties, zoals boeten of dwangsommen, op aan de handelaar die verantwoordelijk is voor de wijdverbreide inbreuk of de wijdverbreide inbreuk met een Uniedimensie. De bevoegde autoriteiten kunnen van de handelaar, op diens eigen initiatief, aanvullend, toezeggingen tot herstelmaatregelen verkrijgen voor consumenten die nadeel ondervinden van de vermoede wijdverbreide inbreuk of de vermoede wijdverbreide inbreuk met een Uniedimensie, of, waar passend, toezeggingen van de handelaar trachten te verkrijgen om adequaat herstel te bieden aan consumenten die nadeel hebben ondervonden van die inbreuk.
Handhavingsmaatregelen zijn met name passend indien:
- a)
een onmiddellijke handhavingsactie noodzakelijk is om de inbreuk snel en doeltreffend te doen beëindigen of verbieden;
- b)
het onwaarschijnlijk is dat de inbreuk zal worden beëindigd als gevolg van de voorgestelde toezeggingen van de handelaar die verantwoordelijk is voor de inbreuk;
- c)
de handelaar die verantwoordelijk is voor de inbreuk geen toezeggingen heeft voorgesteld binnen de daartoe door de bevoegde autoriteiten gestelde termijn;
- d)
de handelaar die verantwoordelijk is voor de inbreuk toezeggingen doet die niet voldoende zijn om te waarborgen dat de inbreuk wordt beëindigd, of, in voorkomend geval, de schade die consumenten als gevolg van de inbreuk hebben geleden, te herstellen, of
- e)
de voor de inbreuk verantwoordelijke handelaar zich niet houdt aan de toezegging om vóór de in artikel 20, lid 3, bedoelde termijn de inbreuk te doen beëindigen of, waar passend, de consumenten die als gevolg van de inbreuk schade hebben geleden, te compenseren;
2.
De handhavingsmaatregelen overeenkomstig lid 1 worden op een doeltreffende, efficiënte en gecoördineerde wijze genomen om de wijdverbreide inbreuk of de wijdverbreide inbreuk met een Uniedimensie te doen beëindigen of te verbieden. De betrokken bevoegde autoriteiten streven ernaar gelijktijdig handhavingsmaatregelen te nemen in de lidstaten die bij de inbreuk betrokken zijn.