V-N 2021/48.13
Hoge Raad schaft dispositievereiste af bij beroep op vertrouwensbeginsel
HR 05-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1654, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 november 2021
- Magistraten
Koopman, Wortel, Beukers-van Dooren, Boerlage, Cools
- Zaaknummer
20/03173
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS440229:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1654, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:538, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑05‑2021
- Wetingang
art. 30i AWR; art. 3.133 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad herziet zijn jurisprudentie over het vertrouwensbeginsel bij onjuiste inlichtingen van de zijde van de Belastingdienst.
Samenvatting
X twijfelt of hij een lijfrenteverzekering voortijdig moet afkopen. Hij kijkt op de website van de Belastingdienst en begrijpt daaruit dat hij geen revisierente is verschuldigd bij afkoop. Dat blijkt achteraf niet te kloppen, waarna X zich beroept op het vertrouwensbeginsel. Een dergelijk beroep kon op basis van de jurisprudentie van de Hoge Raad alleen slagen, indien de revisierente kan worden aangemerkt als “daarenboven geleden schade” als bedoeld in HR 26 september 1979, ECLI:NL:HR:AM4918, BNB 1979/311. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.