Regeling opvang asielzoekers
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2001
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Vreemdelingenwet 2000 (23-11-2000, Stb. 495).
- Bronpublicatie:
27-03-2001, Stcrt. 2001, 63 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2001, Stb. 2001, 144 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
de minister: de Minister van Justitie;
- b.
asielaanvraag: een aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000;
- c.
asielzoeker: een vreemdeling aan wie de toegang tot Nederland niet is geweigerd en door wie of ten behoeve van wie een asielaanvraag is ingediend;
- d.
kind: een persoon, jonger dan 21 jaar, die niet samenwoont met een (huwelijks)partner en die een (stief)kind is van de asielzoeker dan wel met de asielzoeker in gezinsverband leeft en te zijnen laste komt;
- e.
woonruimte:
- 1°
een besloten ruimte die bestemd en geschikt is voor bewoning en voorzien is van een eigen toegang alsmede van alle noodzakelijke woonfuncties;
- 2°
een kamer in een ruimte als beschreven onder 1° van dit onderdeel.
2.
Voor de toepassing van deze regeling wordt onder asielzoeker tevens verstaan een vreemdeling aan wie de toegang tot Nederland niet is geweigerd en die een verzoek heeft ingediend tot verlening van een vergunning om in Nederland te verblijven ten behoeve van de gezinshereniging met een asielzoeker aan wie met toepassing van deze regeling opvang wordt geboden.
3.
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder ‘rechtmatig verwijderbare vreemdeling’ een vreemdeling op wiens asielaanvraag in eerste aanleg in negatieve zin is beslist, tenzij:
- a.
de uitzetting van betrokkene ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 of een rechterlijke uitspraak achterwege dient te blijven, of
- b.
betrokkene in afwachting is van een rechterlijke uitspraak op een binnen de vertrektermijn ingediend verzoek om voorlopige voorziening tegen de beslissing dat de behandeling van het beroepsschrift niet in Nederland mag worden afgewacht, tenzij dit verzoek op grond van de Vreemdelingencirculaire 2000 niet hier te lande mag worden afgewacht.