Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de Loonbelasting 1976 [Nederlandse Antillen]
Artikel 6C [Loon in natura en fooien]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1976
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging en de datum van publicatie is de datum van inwerkingtreding. De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-01-2005, is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
01-01-1976, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1976, 254 (uitgifte: 01-01-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-01-1976, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1976, 254 (uitgifte: 01-01-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
Niet in geld genoten loon wordt in aanmerking genomen naar de waarde welke daaraan in het economische verkeer kan worden toegekend met dien verstande dat voor zover de verwerving van het loon het gebruik of verbruik daarvan meebrengt, de waarde wordt gesteld op ten hoogste het bedrag van de besparing.
2.
In afwijking van het eerste lid wordt, ingeval aan een werknemer in verband met het verrichten van arbeid een personenauto ter beschikking is gesteld, tot de inkomsten uit arbeid gerekend ten minste het bedrag waarmee 15% van de nieuwwaarde, met inbegrip van de omzetbelasting en de invoerheffingen, van de auto de vergoeding welke de werknemer ter zake van het gebruik, anders dan ten behoeve van het verrichten van arbeid, verschuldigd is, te boven gaat. Een door de werknemer aan de inhoudingsplichtige betaalde vergoeding ter zake van het gebruik van de personenauto komt in mindering op de in de vorige volzin bedoelde bijtelling tot ten hoogste het bedrag van die bij telling. Andere vergoedingen of gemaakte onkosten kunnen niet in mindering worden gebracht.
3.
De Minister van Financiën kan nadere regels geven met betrekking tot de waardering van aanspraken en van ander niet in geld genoten loon.
4.
De Minister van Financiën kan in bepaalde gevallen of groepen van gevallen regels geven met betrekking tot het bedrag aan fooien en dergelijke prestaties van derden dat geacht wordt te zijn genoten. Hij kan ook bepalen dat een bedrag ter zake niet tot het loon behoort.