Einde inhoudsopgave
Besluit EU-verordeningen Wft
Bijlage 34 Verordening (EU) 2022/858 (DLTPRR – DLT pilot regime)
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
15-03-2024, Stb. 2024, 68 (uitgifte: 25-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2024, Stb. 2024, 67 (uitgifte: 25-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verordening (EU) 2022/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een proefregeling voor marktinfrastructuren op basis van distributed ledger-technologie, en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 909/2014 en Richtlijn 2014/65/EU (PbEU 2022, L 151)
1. Bevoegde autoriteit in de zin van de verordening
De Autoriteit Financiële Markten: ten aanzien van de artikelen 3, 4, 8, 9, 10 en 11, derde en vijfde lid.
De Autoriteit Financiële Markten of de Nederlandsche Bank: ten aanzien van de artikelen 5 tot en met 7 al naar gelang de uit Bijlage 10, 12 en 28 en, met betrekking tot beleggingsondernemingen en marktexploitanten, de Wet op het financieel toezicht voortvloeiende taakverdeling.
2. Samenwerking bevoegde autoriteiten (specifieke toestemming verlenen of intrekken, materiële wijzigingen goedkeuren of corrigerende maatregelen eisen)
- 1.
De Autoriteit Financiële Markten stelt de Nederlandsche Bank in kennis van het voornemen om:
- a.
op grond van artikel 8, eerste lid, 9, eerste lid, of 10, eerste lid, een specifieke toestemming te verlenen;
- b.
op grond van artikel 8, twaalfde lid, 9, twaalfde lid, of 10, twaalfde lid, een specifieke toestemming in te trekken;
- c.
op grond van artikel 8, dertiende lid, 9, dertiende lid, of 10, dertiende lid, een materiële wijziging goed te keuren;
- d.
op grond van artikel 11, derde lid, het doorvoeren van corrigerende maatregelen te eisen.
- 2.
De Nederlandsche Bank kan de Autoriteit Financiële Markten een bindende aanbeveling doen om:
- a.
op grond van artikel 8, eerste of dertiende lid, additionele prudentiële waarborgen als bedoeld in artikel 7, zesde lid, derde alinea, op te leggen danwel op grond van artikel 8, twaalfde lid, onderdeel b of f, de specifieke toestemming in te trekken wegens het niet voldoen aan artikel 7, zesde lid, derde alinea;
- b.
op grond van artikel 9, eerste lid, of 10, eerste lid, een specifieke toestemming te verlenen;
- c.
op grond van artikel 9, twaalfde lid, of 10, twaalfde lid, een specifieke toestemming in te trekken;
- d.
op grond van artikel 9, dertiende lid, of 10, dertiende lid, een goedkeuring te verlenen aan een materiële wijziging;
- e.
op grond van artikel 11, derde lid, het doorvoeren van corrigerende maatregelen te eisen.
- 3.
Indien de Nederlandsche Bank de Autoriteit Financiële Markten een bindende aanbeveling doet, geeft de Autoriteit Financiële Markten uitvoering aan die aanbeveling.
- 4.
Een bindende aanbeveling is met redenen omkleed.
- 5.
Indien de Autoriteit Financiële Markten besluit tot het niet verlenen van een specifieke toestemming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of besluit tot het intrekken van een specifieke toestemming als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of besluit tot het niet goedkeuren van een materiële wijziging als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, naar aanleiding van een bindende aanbeveling van de Nederlandsche Bank, maakt dat advies deel uit van het besluit.