Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014–2020
5.4.2 Maximale steunintensiteiten in steungebieden onder c)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
23-07-2013, PbEU 2013, C 209 (uitgifte: 23-07-2013, regelingnummer: 2013/C209/01)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-07-2013, PbEU 2013, C 209 (uitgifte: 23-07-2013, regelingnummer: 2013/C209/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
174
De steunintensiteit mag niet hoger liggen dan:
- a)
15 % BSE in dunbevolkte gebieden en in regio's (NUTS 3-regio's of delen van NUTS 3-regio's) die een landsgrens delen met een land buiten de EER of de Europese Vrijhandels Associatie (EVA);
- b)
10 % BSE in niet vooraf vastliggende steungebieden onder c).
175
In de voormalige steungebieden onder a) mag de steunintensiteit van 10 % BSE van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2017 worden verhoogd met maximaal 5 procentpunten.
176
Indien een steungebied onder c) grenst aan een steungebied onder a), mag de maximale steunintensiteit in de NUTS 3-regio's of delen van NUTS 3-regio's binnen dat steungebied onder c) die grenzen aan het steungebied onder a), zo nodig worden verhoogd zodat het verschil in steunintensiteit tussen de beide gebieden niet meer dan 15 procentpunten bedraagt.