Gids Proportionaliteit 2022
2.4 Inkoopstrategie
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Redactionele toelichting
Gepubliceerd als bijlage bij het besluit van 24-09-2021, nr. WJZ/21008546.
- Bronpublicatie:
01-01-2022, Stcrt. 2021, 41481 (uitgifte: 12-10-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-01-2022, Stcrt. 2021, 41481 (uitgifte: 12-10-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Gunning
Aanbestedingsrecht / Aanbestedingsprocedure
Aanbestedingsrecht / Algemeen
Bij het op de markt zetten van de sportfaciliteit gelden de volgende interne wensen:
- —
er wordt rekening gehouden met lokale en regionale ondernemers;
- —
het project wordt in 3 percelen op de markt gezet;
- —
voor de installateur is het van belang dat hij minimaal 1 vergelijkbare referentie heeft
Het uitgangspunt van de inkoopstrategie is dat het product, dienst of werk voor de juiste prijskwaliteitverhouding verkregen zal worden. Een van de grondbeginselen van het EU-verdrag is dat de inkopende dienst opdrachtnemers, ongeacht de grootte en de plaats van vestiging, gelijk zal behandelen. Het grondbeginsel geldt voor alle doelstellingen van het inkooptraject. Mede op basis van een marktanalyse bepaal je of het verstandig is opdrachten te bundelen of op te delen in percelen, of eventueel met meer aanbestedende diensten gezamenlijk in te kopen, al dan niet op basis van een bepaalde perceelindeling (zie ook §3.3.1 en §3.3.2).
De inkoopstrategie mag echter niet worden ontworpen met het oogmerk om zich te onttrekken aan de toepassing van de wet of om de mededinging op kunstmatige wijze te beperken (zie artikel 1.10a). Dit betekent dat de inkoopstrategie niet als doel mag hebben bepaalde ondernemers te bevoordelen of te benadelen. Ook mogen geen minder gunstige voorwaarden worden gesteld aan ondernemers uit landen die niet tot de EU behoren (zie artikel 1.23).
Zoals hierboven aangegeven, bestaat er al met al geen algemene eenduidige inkoopstrategie die geschikt en goed is voor alle in te kopen producten, diensten en werken. De best toe te passen inkoopstrategie is, naast de organisatiedoelstellingen, afhankelijk van het in te kopen product, dienst of werk en de specifiek geldende marktsituatie.
De toe te passen inkoopstrategie wordt daarnaast bepaald door de combinatie van 2 factoren:
- •
de geschatte waarde van de opdracht;
- •
het inkooprisico (zijn er alternatieven of is de aanbestedende dienst, om welke reden dan ook strikt gebonden aan één of een zeer beperkt aantal leveranciers, dienstverleners of aannemers).
Elk inkoopsegment van routinematige inkoop (kleine waarde, klein risico) tot strategische inkoop (hoge waarde, hoog risico) heeft haar eigen toe te passen inkoopstrategie.
Het bepalen van de inkoopstrategie dwingt het inkoopteam van tevoren goed na te denken over de te maken keuzes. Zodra deze keuzes zijn vastgelegd en bekrachtigd door de verantwoordelijken binnen de organisatie (zo nodig op meer niveaus) liggen ze immers vast voor de rest van het inkoopproces inclusief het aanbestedingstraject. Een aantal van deze keuzes heeft een duidelijke proportionaliteitsimpact. In hoofdstuk 3 wordt nader op deze keuzes ingegaan.