HR, 20-12-2016, nr. 16/03197
ECLI:NL:HR:2016:2920
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20-12-2016
- Zaaknummer
16/03197
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2016:2920, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑12‑2016; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
- Vindplaatsen
Uitspraak 20‑12‑2016
Inhoudsindicatie
Profijtontneming uit PGB-fraude. HR: art. 80a RO, zonder schriftelijk standpunt AG.
Partij(en)
20 december 2016
Strafkamer
nr. S 16/03197 P
SSA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 27 januari 2016, nummer 21/007081-14, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft M.K.J. Dikkerboom, advocaat te Amsterdam, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 december 2016.