NJ 1952/56
Overtreding van art. 189 1° Sr. door brigadier van politie. „Verlenen van medewerking" als algemene aanduiding voor vormen van deelneming.
HR 26-06-1951, ECLI:NL:HR:1951:336, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 juni 1951
- Magistraten
Mrs Fick, Feber, Vrij, van Berckel, Westerouen van Meeteren
- Zaaknummer
[26061951/NJ_1952-56]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS166654:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1951:336, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑1951
- Wetingang
Essentie
Overtreding van art. 189 1° Sr. door brigadier van politie. „Verlenen van medewerking" als algemene aanduiding voor vormen van deelneming.
Samenvatting
Ten laste van req. (E.) is bewezen verklaard, dat hij opzettelijk D., die zijn medewerking had verleend bij het plegen van het misdrijf van het opzettelijk handelen in strijd met distributiebepalingen, behulpzaam is geweest in het ontkomen aan de nasporing van de O. v. J.
Het bewezen verklaarde verlenen van medewerking kan als algemene aanduiding voor vormen van deelneming worden opgevat, zodat, nu uit de bewijsmiddelen kwam vast te staan dat D. door het verschaffen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.