Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
Artikel 27 Bevoegdheden van de alleenzittende rechters
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2010
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2014, 29).
- Bronpublicatie:
13-05-2004, Trb. 2004, 285 (uitgifte: 30-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2010, Trb. 2010, 112 (uitgifte: 01-04-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
1.
De alleenzittende rechter kan een op grond van artikel 34 ingediend verzoekschrift niet-ontvankelijk verklaren of van de rol van het Hof schrappen, indien deze beslissing zonder nader onderzoek kan worden genomen.
2.
De beslissing geldt als einduitspraak.
3.
Indien de alleenzittende rechter een verzoekschrift niet niet-ontvankelijk verklaart of niet van de rol schrapt, verwijst deze het door naar een comité of Kamer voor verdere behandeling.