NJ 2020/382
Vertaling dagvaarding en bijbehorende mededelingen.
HR 21-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:771, m.nt. J.W. Ouwerkerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/03962
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
J.W. Ouwerkerk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS237588:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:771, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1182, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2019
- Wetingang
Essentie
Vertaling inleidende dagvaarding en bijbehorende mededelingen.
Samenvatting
Ingevolge art. 588 lid 2 (oud) Sv, thans art. 36e lid 3 Sv, worden dagvaardingen, gericht aan degene van wie de woon- of verblijfplaats in het buitenland bekend is, vertaald. Daarbij gaat het om een integrale vertaling, d.w.z. een vertaling van de door het OM opgestelde dagvaarding met inbegrip van de mededelingen die — al dan niet o.g.v. een wettelijke verplichting — daarin zijn opgenomen of zijn bijgevoegd. Voor de vordering en oproeping als bedoeld in art. 511b Sv in een ontnemingszaak die cfm. art. 36e ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.