AB 2021/268
Het evenredigheidsbeginsel bij dwingendrechtelijke bepalingen en het toetsingsverbod van artikel 120 Grondwet.
Rb. Zeeland-West-Brabant 22-07-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:3702, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum
22 juli 2021
- Magistraten
Mr. M.R.T. Pauwels
- Zaaknummer
AWB - 20 _ 6993
- Noot
R. Ortlep
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS284463:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Eigen woning
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Staatsrecht / Wetgeving
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZWB:2021:3702, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22‑07‑2021
- Wetingang
Essentie
Het evenredigheidsbeginsel bij dwingendrechtelijke bepalingen en het toetsingsverbod van artikel 120 Grondwet.
Samenvatting
De rechtbank stelt voorop dat de wettelijke bepalingen waarop het in de heffing betrekken van het rentebestanddeel zijn gebaseerd, dwingendrechtelijke bepalingen zijn in die zin dat de wet ‘imperatief’ een rechtsgevolg voorschrijft en dat de inspecteur (dus) geen beleidsvrijheid heeft bij de toepassing ervan. Anders gezegd: uit de wet vloeit rechtstreeks voort dat het rentebestanddeel in dit geval tot het belastbaar inkomen behoort. Het is vervolgens de taak van de inspecteur om dit te formaliseren. Als uitgangspunt speelt het evenredigheidsbeginsel zoals opgenomen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.