RvdW 2022/530
Schadevergoedingsmaatregel ex art. 36f en gijzeling. Duur van gijzeling maximaal één jaar — in deze zaak in totaal 360 dagen —, ook in geval van samenloop.
HR 24-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:714
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 mei 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/00569
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:714, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:286, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑12‑2021
- Wetingang
Art. 24c lid 3, art. 36f lid 5, art. 60a Sr; art. 6:4:20 Sv
Essentie
Schadevergoedingsmaatregel ex art. 36f en gijzeling. De duur van gijzeling beloopt maximaal één jaar — dat is in deze zaak in totaal 360 dagen —, ook in geval van samenloop.
Samenvatting
Het cassatiemiddel klaagt dat met betrekking tot de opgelegde schadevergoedingsmaatregelen de duur van de gijzeling is bepaald op in totaal 365 dagen.
Het hof heeft de verdachte voor een feit dat is begaan op 7 juli 2018 de verplichting opgelegd, kort gezegd, om aan de Staat ten behoeve van de in het arrest genoemde twee slachtoffers de in het arrest vermelde bedragen te betalen, bij gebreke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.