V-N 2018/4.5
Geen onzakelijke lening voor werknemer die niet eerder geld heeft uitgeleend
HR 05-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:2, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 januari 2018
- Magistraten
Overgaauw, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
16/01047
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS24502:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:330, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 04‑04‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑04‑2016
- Wetingang
art. 3.91 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de lening die X aan E bv heeft verstrekt, niet is aan te merken als een deelnemerschapslening. Ook is de lening niet aan te merken als een onzakelijke lening. De in de jurisprudentie van de Hoge Raad genoemde uitzonderingssituatie doet zich niet voor.
Samenvatting
Belanghebbende, X, is werkzaam als financieel directeur van E bv. E bv lijdt veelal verlies. In 2007 verwerft E bv echter een grote opdracht en ontstaat (extra) financieringsbehoefte. X verwerft vervolgens in 2008 één negende van de aandelen in E bv en verstrekt een lening van € 300.000 aan E ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.