BNB 2020/5
Waardering schulden op openingsbalans woningcorporatie. Uitleg vaststellingsovereenkomst. Foutenleer
HR 22-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1837, m.nt. A.O. Lubbers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 november 2019
- Magistraten
Mrs. Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
18/01686
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
A.O. Lubbers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS171372:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1837, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1037, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2018
- Wetingang
Art. 3.25 Wet IB 2001; art. 8 Wet VPB 1969; art. 7:900 BW
Essentie
Waardering schulden op openingsbalans woningcorporatie. Uitleg vaststellingsovereenkomst. Foutenleer
Samenvatting
Belanghebbende is een woningcorporatie en vanaf 1 januari 2008 integraal belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. De Belastingdienst is met Aedes, de vereniging van woningcorporaties, gekomen tot een model voor vaststellingsovereenkomsten waarin invulling wordt gegeven aan de uit de integrale belastingplicht voortvloeiende fiscale vraagstukken: Vaststellingsovereenkomst 2 ‘Belastingplicht Woningcorporaties’ (VSO2). Belanghebbende en de Inspecteur hebben een overeenkomst naar het model van VSO2 ondertekend. Op de fiscale openingsbalans heeft belanghebbende de in 2008 betaalde rente die betrekking heeft op het jaar 2007 (de transitorische rente) opgenomen onder de kortlopende schulden. Zij heeft deze kasstromen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.