Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/2033 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014
Artikel 13 Vastekostenvereiste
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2019
- Bronpublicatie:
27-11-2019, PbEU 2019, L 314 (uitgifte: 05-12-2019, regelingnummer: 2019/2033)
- Inwerkingtreding
25-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2019, PbEU 2019, L 314 (uitgifte: 05-12-2019, regelingnummer: 2019/2033)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Voor de toepassing van artikel 11, lid 1, punt a), bedraagt het vastekostenvereiste ten minste één kwart van de vaste kosten van het voorafgaande jaar. Beleggingsondernemingen gebruiken cijfers die voortkomen uit het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving.
2.
Indien de bevoegde autoriteit van mening is dat er een wezenlijke verandering heeft plaatsgevonden in de activiteiten van een beleggingsonderneming, kan de bevoegde autoriteit het in lid 1 bedoelde kapitaalbedrag aanpassen.
3.
Een beleggingsonderneming die haar activiteiten niet gedurende een volledig jaar heeft uitgeoefend vanaf de datum waarop ze is begonnen met het verlenen van beleggingsdiensten of het verrichten van beleggingsactiviteiten, gebruikt voor de in lid 1 bedoelde berekening de geraamde vaste kosten die zijn opgenomen in haar ramingen voor de handel in de eerste twaalf maanden, welke zij tezamen met haar vergunningsaanvraag heeft ingediend.
4.
EBA ontwikkelt, in overleg met ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere invulling van de berekening van het in lid 1 bedoelde vereiste, waarin ten minste de volgende posten voor aftrek zijn opgenomen:
- a)
personeelsbonussen en andere beloningen, voor zover deze afhangen van de nettowinst van de beleggingsonderneming in het respectieve jaar;
- b)
winstdeelnemingen van werknemers, directeuren en partners;
- c)
andere bestemmingen van de winst en andere variabele beloningen, voor zover deze volledig discretionair zijn;
- d)
gedeelde te betalen provisies en vergoedingen die in direct verband staan met te ontvangen provisies en vergoedingen, welke in de totale inkomsten zijn opgenomen, en indien de betaling van de te betalen provisies en vergoedingen afhankelijk is van de werkelijke ontvangst van de te ontvangen provisies en vergoedingen;
- e)
vergoedingen aan verbonden agenten;
- f)
eenmalige kosten uit hoofde van ongewone activiteiten.
EBA specificeert voor de toepassing van dit artikel tevens het begrip ‘wezenlijke verandering’.
EBA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 26 december 2020 bij de Commissie in.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.