V-N 2020/17.15
Medepleger fraude volgens A-G mogelijk geen accijnsschuldenaar
HR (A-G) 31-01-2020, ECLI:NL:PHR:2020:101, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
31 januari 2020
- Zaaknummer
19/01068
- Conclusie
A-G Ettema
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS195376:1
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:169, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:101, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2020
- Wetingang
art. 51 lid 1 onderdeel b Wet op de accijns
Essentie
A-G Ettema is van mening dat niet duidelijk is hoe het begrip ‘betrokken’ moet worden uitgelegd en of de heer X bij het voorhanden hebben wetenschap moest hebben van het feit dat de goederen zich buiten een accijnsschorsingsregeling bevonden zonder dat de verschuldigde accijns was geheven.
Samenvatting
X is directeur en enig aandeelhouder van A bv. Daarnaast heeft hij een eenmanszaak. X heeft op naam van de bv en de eenmanszaak verkoopfacturen opgesteld voor de levering van minerale oliën, waarmee fraude is gepleegd, bestaande uit het verzamelen van minerale oliën bij schippers die de oliën accijnsvrij onder zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.