RvdW 2016/171
Anti-piraterijmissie Somalië. Geen willekeurige vrijheidsbeneming als bedoeld in art. 5 lid 1 sub c EVRM gedurende de periode vanaf de arrestatie op zee door de Commandant Nederlandse Marine tot het moment dat de vrijheidsbeneming door het bevel van de OvJ tot aanhouding van verdachte de dag erna onder het regiem van Strafvordering viel.
HR 22-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3683
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 december 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/01785
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3683, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1754, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2015
Essentie
Anti-piraterijmissie Somalië. Geen willekeurige vrijheidsbeneming als bedoeld in art. 5 lid 1 sub c EVRM gedurende de periode vanaf de arrestatie op zee door de Commandant Nederlandse Marine tot het moment dat de vrijheidsbeneming door het bevel van de OvJ tot aanhouding van verdachte de dag erna onder het regiem van Strafvordering viel.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 maart 2014, nummer 22/004946-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. T.M.D. Buruma, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Het Gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.