Einde inhoudsopgave
Besluit kinderopvangtoeslag
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
30-08-2023, Stb. 2023, 295 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-2023, Stb. 2023, 295 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderopvang
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Indien meer dan één kind van een ouder gebruik maakt van kinderopvang, wordt voor de kinderopvangtoeslag onderscheid gemaakt tussen het eerste kind en de overige kinderen.
2.
Het kind met het hoogste aantal uren kinderopvang wordt voor de berekening van de hoogte van de kinderopvangtoeslag als eerste kind beschouwd.
3.
In het geval meer kinderen van een ouder een zelfde aantal uren gebruik maken van kinderopvang, wordt het kind met de hoogste kosten van kinderopvang als eerste kind beschouwd.
4.
In het geval meer kinderen van een ouder een zelfde aantal uren gebruik maken van kinderopvang met gelijke kosten van kinderopvang, stelt de Dienst Toeslagen vast welk kind als eerste kind moet worden beschouwd.