Einde inhoudsopgave
Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel 6.2 In aanmerking nemen persoonsgebonden aftrek
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Bronpublicatie:
29-12-2008, Stb. 2008, 606 (uitgifte: 30-12-2008, kamerstukken: 31706)
20-12-2007, Stb. 2007, 562 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 31205)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-12-2008, Stb. 2008, 608 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-12-2007, Stb. 2007, 562 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 31205)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
1
De persoonsgebonden aftrek vermindert het inkomen uit werk en woning van het kalenderjaar, maar niet verder dan tot nihil.
2
Voorzover de persoonsgebonden aftrek het inkomen uit werk en woning van het kalenderjaar niet vermindert, vermindert de aftrek het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van het jaar, maar niet verder dan tot nihil.
3
Voorzover de persoonsgebonden aftrek het inkomen uit werk en woning en het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van het kalenderjaar niet vermindert, vermindert de aftrek het inkomen uit aanmerkelijk belang van het jaar, maar niet verder dan tot nihil.
4.
Voor de toepassing van het eerste en het derde lid wordt het inkomen uit werk en woning en het inkomen uit aanmerkelijk belang bepaald zonder rekening te houden met te conserveren inkomen.
5
Bij een vermindering worden allereerst de uitgaven voor specifieke zorgkosten, bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, onderdeel d, in aanmerking genomen.