V-N 2022/54.15
Verhuur onderneming voldoet nog aan voortzettingseis BOR-SW
HR 02-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1793, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 2022
- Magistraten
Koopman, Wortel, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
21/03796
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS679405:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑12‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1793, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:523, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 30‑05‑2022
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof voor de beantwoording van de vraag of is voldaan aan het voorzettingsvereiste aansluiting mag zoeken bij het leerstuk van ‘voortgezet ondernemerschap’. De BOR volgt voor het voortzettingsvereiste bij lichamen het stakings- en vervreemdingsbegrip uit de Wet IB 2001.
Samenvatting
D bv, een kleindochter-bv van B Holding bv, exploiteert een benzinestation. Op 24 december 2014 schenkt Q de aandelen B Holding bv aan zijn zoon X. X verzoekt om toepassing van de voorwaardelijke bedrijfsopvolgingsvrijstelling van art. 35b SW 1956. De inspecteur honoreert dit verzoek. Met ingang van 1 november 2015 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.