NJB 2021/990
Echtscheiding. Vermogensrechtelijke afwikkeling. Hoge Raad: 1. Devolutieve werking. Het hof heeft de devolutieve werking van het hoger beroep miskend. 2. Motivering. a. Zonder nadere motivering valt niet in te zien dat van de man kon worden gevergd dat hij zijn betoog nader onderbouwde. b. Zonder nadere motivering is onvoldoende begrijpelijk hoe het oordeel van het hof over de financiële middelen van partijen tijdens het huwelijk zich verhoudt tot het oordeel van het hof over het nagenoeg ontbreken van inkomsten
HR 26-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:445
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 maart 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
20/00494
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:445, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:992, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑10‑2020
- Wetingang
Essentie
Echtscheiding. Vermogensrechtelijke afwikkeling. Hoge Raad: 1. Devolutieve werking. Het hof heeft de devolutieve werking van het hoger beroep miskend. 2. Motivering. a. Zonder nadere motivering valt niet in te zien dat van de man kon worden gevergd dat hij zijn betoog nader onderbouwde. b. Zonder nadere motivering is onvoldoende begrijpelijk hoe het oordeel van het hof over de financiële middelen van partijen tijdens het huwelijk zich verhoudt tot het oordeel van het hof over het nagenoeg ontbreken van inkomsten
Partij(en)
De man, adv. mr. H.J.W. Alt, vs. de vrouw, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
De man en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.