Einde inhoudsopgave
Provinciewet
Artikel 212 [Niet-goedgekeurde uitgaven]
Geldend
Geldend vanaf 17-10-2003
- Bronpublicatie:
02-07-2003, Stb. 2003, 314 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken: 28769)
- Inwerkingtreding
17-10-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2003, Stb. 2003, 384 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
Overheidsfinanciën / Provinciebeleid
1.
Indien de begroting of een besluit tot wijziging daarvan niet is goedgekeurd, behoeft het provinciebestuur tot het aangaan van verplichtingen de toestemming van Onze Minister.
2.
Een aanvraag van het provinciebestuur om toepassing van het eerste lid kan door Onze Minister slechts worden afgewezen wegens strijd met het recht of met het algemene financiële belang.
3.
Onze Minister beslist op de aanvraag binnen twee maanden na de verzending van de aanvraag, bedoeld in het tweede lid. De toestemming wordt geacht te zijn verleend indien binnen deze termijn geen besluit aan het provinciale bestuur is verzonden.
4.
Onze Minister kan aan de toestemming voorschriften verbinden.
5.
Onze Minister kan bepalen voor welke posten en tot welk bedrag het provinciebestuur de toestemming, bedoeld in het eerste lid, niet behoeft.