NJ 1935, p. 685
Voorschriften van art. 365 Sv. niet van zóó essentieelen aard, dat niet-naleving tot nietigheid moet leiden.
HR 04-03-1935, ECLI:NL:HR:1935:323, m.nt. Prof. Mr. B.M. Taverne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 maart 1935
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel, Kirberger en Donner
- Zaaknummer
[04031935/NJ_1935,_p._685]
- Noot
Prof. Mr. B.M. Taverne
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS105024:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1935:323, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑03‑1935
- Wetingang
Essentie
Voorschriften van art. 365 Sv. niet van zóó essentieelen aard, dat niet-naleving tot nietigheid moet leiden.
Samenvatting
Ten deze is voldaan aan de voorschriften van de artt. 357 en 362, i. v. m. art. 415 Sv., op welke niet-nakoming nietigheid is gesteld, doch is niet nageleefd het voorschrift van art. 365 j° art. 415 Sv. n.l. dat het vonnis moet worden onderteekend door de rechters, die over de zaak hebben geoordeeld, en dat, zoo een of meer hunner daartoe buiten staat zijn, hiervan aan het slot van het vonnis melding moet worden gemaakt. Dit is hier niet gebeurd, zoodat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.