HR, 29-03-2011, nr. 10/02344 H
ECLI:NL:HR:2011:BP9485
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29-03-2011
- Zaaknummer
10/02344 H
- LJN
BP9485
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2011:BP9485, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑2011; (Herziening)
- Vindplaatsen
Uitspraak 29‑03‑2011
Inhoudsindicatie
Herziening. HR merkt op dat het kennis heeft genomen van alle tot aan de datum van dit arrest binnengekomen correspondentie met betrekking tot deze aanvraag. Vzv. herziening wordt gevraagd van een vonnis kan de aanvraag niet tot herziening leiden omdat dit vonnis in h.b. is vernietigd. Vzv. herziening wordt gevraagd van beslissingen die niet aan het oordeel van het Hof waren onderworpen kan de aanvraag niet tot herziening leiden omdat deze beslissingen inhouden dat verdachte van het onder 2 tlg. wordt vrijgesproken en t.a.v. het onder 3 tlg. dat de dagv. nietig wordt verklaard.
29 maart 2011
Strafkamer
nr. 10/02344 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 19 maart 1993, nummer 22/002454-91, alsmede van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 5 december 1991, nummer 09/009637-91, ingediend door:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1937, wonende te [woonplaats].
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
1.1. Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis, voor zover aan het oordeel van het Hof onderworpen - van de Arrondissementsrechtbank te 's Gravenhage van 5 december 1991 - de aanvrager ter zake van "Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd" veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden.
1.2. De Hoge Raad heeft bij arrest van 15 maart 1994 het cassatieberoep verworpen.
2. De aanvrage tot herziening
De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Hoge Raad heeft bovendien kennis genomen van alle nadien, tot aan de datum van dit arrest binnengekomen correspondentie met betrekking tot deze aanvraag.
3. Beoordeling van de aanvrage
3.1. De aanvrage zal voor zover deze het vonnis betreft niet tot herziening kunnen leiden, omdat dit vonnis door het Hof in hoger beroep is vernietigd. Voor zover de aanvrage is gericht tegen de beslissingen die niet aan het oordeel van het Hof zijn onderworpen kan het niet tot herziening leiden omdat deze beslissingen inhouden dat de verdachte van het onder 2 tenlastegelegde wordt vrijgesproken en ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde dat de dagvaarding nietig wordt verklaard.
3.2. Als grondslag voor een herziening kunnen, voor zover hier van belang, krachtens het eerste lid, aanhef en onder 2° van art. 457 Sv slechts dienen een of meer door een opgave van bewijsmiddelen gestaafde omstandigheden van feitelijke aard die bij het onderzoek op de terechtzitting niet zijn gebleken en die het ernstig vermoeden wekken dat, waren zij bekend geweest, het onderzoek der zaak zou hebben geleid hetzij tot vrijspraak van de veroordeelde, hetzij tot ontslag van rechtsvervolging, hetzij tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot toepasselijkverklaring van een minder zware strafbepaling.
3.3. Art. 459 Sv schrijft voor dat de aanvrage tot herziening inhoudt de omstandigheid als hiervoor bedoeld, waarop zij steunt, en verder een opgave bevat van de bewijsmiddelen waaruit van die omstandigheid kan blijken.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de aanvrage niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 29 maart 2011.