Hoofdstuk 3 [vervallen]

Art. 20. Toepassing

Art. 21. Begripsomschrijvingen

Art. 22. Zichtbaarheid van de lichten

Art. 23. Werktuiglijk voortbewogen vaartuigen

Art. 24. Slepen en assisteren

Art. 25. Zeilvaartuigen

Art. 26. Vaartuigen bezig met de uitoefening van de visserij

Art. 27. Onmanoeuvreerbare en beperkt manoeuvreerbare vaartuigen, werkvaartuigen en bijzondere transporten

Art. 28. Bovenmaatse zeevaartuigen

Art. 29. Loodsvaartuigen

Art. 30. Geankerde, gemeerde, aan de grond zittende en gezonken vaartuigen en obstakels voor de scheepvaart

Art. 31. Bijzondere lichten en dagmerken