Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake een Internationaal Energieprogramma
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 19-01-1976
- Bronpublicatie:
18-11-1974, Trb. 1975, 47 (uitgifte: 15-05-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-01-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-1976, Trb. 1976, 68 (uitgifte: 01-01-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
1.
Wanneer zich een vermindering van de olievoorziening, zoals bedoeld in artikel 13, 14 of 17, heeft voorgedaan of redelijkerwijze verwacht kan worden, verricht het Secretariaat een onderzoek en stelt de grootte van de vermindering of van de verwachte vermindering voor elk deelnemend land en voor de groep vast. Het Secretariaat houdt de Beheerscommissie op de hoogte van zijn beraadslagingen en brengt onverwijld verslag uit van zijn onderzoek aan de leden van de Commissie en stelt de deelnemende landen hiervan in kennis. Het verslag dient gegevens inzake de aard van de vermindering te bevatten.
2.
De Commissie komt binnen 48 uur nadat het Secretariaat van zijn onderzoek verslag heeft uitgebracht bijeen om de verzamelde gegevens en de verstrekte inlichtingen op hun juistheid te toetsen. De Commissie brengt binnen de volgende 48 uur verslag uit aan de Raad van Bestuur. In dit verslag dienen de door de leden van de Commissie tot uitdrukking gebrachte zienswijzen te zijn weergegeven, daarbij inbegrepen alle zienswijzen aangaande de wijze waarop ten aanzien van de crisis dient te worden opgetreden.
3.
De Raad van Bestuur komt binnen 48 uur na ontvangst van het verslag van de Beheerscommissie bijeen om de resultaten van het onderzoek van het Secretariaat in het licht van dat verslag te toetsen. De inwerkingstelling van de noodmaatregelen wordt alsdan beschouwd te zijn bekrachtigd en de deelnemende landen voeren deze maatregelen binnen 15 dagen na zulk een bekrachtiging uit, tenzij de Raad van Bestuur bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen en binnen de volgende 48 uur besluit de noodmaatregelen niet in werking te stellen, deze slechts gedeeltelijk in werking te stellen of een andere termijn vast te stellen voor de inwerkingstelling ervan.
4.
Indien uit het resultaat van het onderzoek van het Secretariaat blijkt dat aan de voorwaarden van meer dan één van de artikelen 14, 13 en 17 is voldaan, wordt ieder besluit de noodmaatregelen niet in werking te stellen voor elk artikel afzonderlijk en in de bovenvermelde volgorde genomen. Indien aan de voorwaarden van artikel 17 is voldaan ten aanzien van meer dan één deelnemend land, wordt ieder besluit om de toebedeling niet in werking te stellen ten aanzien van elk land afzonderlijk genomen.
5.
De ingevolge het derde en vierde lid genomen besluiten kunnen te allen tijde door de Raad van Bestuur bij meerderheid van stemmen teniet worden gedaan.
6.
Bij het verrichten van zijn in dit artikel voorziene onderzoek, pleegt het Secretariaat overleg met de oliemaatschappijen ten einde zich op de hoogte te stellen van hun zienswijzen betreffende de situatie en de gepastheid van de te nemen maatregelen.
7.
Er wordt uiterlijk op het tijdstip van de inwerkingstelling van de noodmaatregelen een internationale adviesraad uit de olieindustrie bijeengeroepen om het Agentschap bijstand te verlenen bij het verzekeren van een doelmatige uitvoering van die maatregelen.