JWB 2006/30
Erkenning; vernietiging, onjuiste veronderstelling van zaken voorwaarde voor dwaling of bedrog
HR 27-01-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU5283
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 januari 2006
- Zaaknummer
R04/118HR
- LJN
AU5283
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU5283, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑01‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU5283, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑2006
- Wetingang
Art. 81 RO
Essentie
Erkenning; vernietiging, onjuiste veronderstelling van zaken voorwaarde voor dwaling of bedrog
Samenvatting
Casus
In 1999 is het kind geboren uit de vrouw. Blijkens de akte van erkenning van 13 september 1999 heeft de man het kind op 27 mei 1999 erkend.
De man heeft zich met een op 28 februari 2003 gedateerd verzoekschrift – aangevuld bij verzoekschrift van 29 juli 2003 – gewend tot de Rechtbank te Maastricht en verzocht voornoemde erkenning van het kind te vernietigen. De man heeft voorts bij aanvullend verzoekschrift van 27 maart 2003 verzocht een bijzonder curator ten behoeve van het kind te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.